3 Inch Forum

N.a.v. een vraag in mijn verzameltopic over de neuzen van de Citroën DS hier het antwoord uitgebreid met foto's.

1e neus: 1955-1962

Koplampen steken uit (als torpedobuizen, zeg maar).
Openingen naast kentekenplaat.

(http://up.picr.de/32633099if.jpg)

(http://up.picr.de/32633105no.jpg)


2e neus: 1962-1967

Koplampen steken uit (als torpedobuizen, zeg maar)
Naast kentekenplaat afgedekt.
Bumperrozetten omvatten boven- en onderkant bumper.

(http://up.picr.de/32633100na.jpg)

(http://up.picr.de/32633106vb.jpg)


3e neus: 1967-1975

Dubbele koplampen achter glas (als een vissenkom).
Bumperrozetten aan onderkant bumper.

(http://up.picr.de/32633102uh.jpg)

(http://up.picr.de/32633107kz.jpg)

Hier met extra vérstralers in de "kinnebak":

(http://up.picr.de/32633103nd.jpg)

De Amerikaanse versie zonder glas, vanwege regelgeving:

(http://up.picr.de/32633104fm.jpg)


**


De oude Majorettes zijn er als 2e en 3e neus, hun ambulance is 3e neus.


**


Johnny Lightning heeft hun DS een bumper gegeven die een kruising is tussen 1e en 2e neus:

(http://up.picr.de/32633108hf.jpg)

Deze uitleg maakt het voor mij helemaal duidelijk Bart! Dank voor de genomen moeite! En nog leerzaam ook  :downtown:

Persoonlijk vind ik de 2e neus met die extra, aparte koplampen het mooist, gevolgd door de US versie.
Bij die laatste ogen de 2 aparte lampen wat meer 'smoel' dan het brave glaswerk.
Maar menigeen, wellicht vooral de Citrofielen, zullen daar een andere mening over hebben.

Thanks for sharing!  :notworthy:

Graag gedaan!

Die extra lampen waren opties.
Normaal gesproken had de 2e neus 2 lampen, net zoals de getoonde 1e neus.

Voor mij is de 3e neus, waar de binnenste lampen (groot licht) meedraaien met de wielen, favoriet.

Allemaal erg nauwkeurige fronten van de DS gekopieerd.
Goed opgevallen en mooi vergeleken.
De Siku DS en Matchbox slaan de plank mis met gelijkenis.
Maar de basisvorm van “la déesse” is al prachtig.

Grt. Martijn

Goed in beeld gebracht! Zo kan ik m'n verzamelde DS-en nog beter rangschikken!
Ik deed de modellen tot op heden conform 1e en 2e neus op 1 hoop.

Bij andere miniatuurmodellen heb ik een nog veel groter dilemma. Welke generatie van de Mini beeld bijvoorbeeld de Morris Mini van Hotwheels uit en welke generatie Beetle is de Beetle van Corgi en Maisto en Matchbox en en en ...

Tijd voor nog meer generatietopics dus!

Wat betreft de plank misslaan: ik denk dat voor de oudere castings het een moeilijk model was om goed te krijgen, zeker omdat er toen nog niet met computers werd gewerkt (CadCam) om het model te tekenen. Vooral die 'aero'-neus was dus blijkbaar lastig. Die vind ik zelf trouwens de mooiste.

oH, usa-versie  :love10:, dus niet gewoon glas kwijt-gepikt-stuk? Wist ik niet, bedankt voor de info  :read2:

elk jaar was de kever een beetje anders. Daar het beste naar Amerikaans voorbeeld met jaar werken. Ik dacht dat de Engelse Wikipedia een aardig overzicht met foto's heeft

dat <probleem> heb ik met de 911 ook,
al vijftig jaar steeds hetzelfde en toch ook elke jaar weer ietske anders  :D

Daar zijn zowel jaarlijkse verschillen alsook generaties - 996, 997, bijv

914 & 911 hou ik nog wel uit elkaar, nog net...

Kun je een kever onderscheiden van een 911?

@CitroBart, kun je ons nu ook nog een idee geven van wat nou een Citroën ID is?

Jazeker Egbert.

De ID was de eenvoudigere uitvoering van de DS.
Minder onderdelen aangestuurd door hydraulica: bijv. geen (half-)automaat maar een handbak.
Daardoor minder gecompliceerd en ook goedkoper.

De aanduiding ID werd later veranderd in DSpecial (4-bak) en DSuper (5-bak).

Qua uiterlijk zijn de verschillen minimaal.
Meest opvallend zijn de wieldoppen: de originele van de ID bedekten maar een gedeelte van de velg (sommige zelfs alleen de centrale naaf).
Maar ook de raamrubbers verschillen: grijs bij DS, zwart bij ID.
En de ID's hadden origineel dacht ik geen stootranden rondom.
Maar veel van dit soort dingen kon als optie of after-market gekocht worden. Dus 100% zeker kan je niet zijn van een eerste blik.

De break (stationcar in goed Nederlands) was altijd een ID.

In modellenland zal je weinig tot geen verschil zien tussen DS en ID, behalve die wieldoppen (als ze het goed doen).

En is/was die halve-automaat echt betrouwbaar of beter afblijven
heeftie dan ook 5 versnellingen
dus een break heeft nooit een half-automaat maar wel schakeling aan het stuur (meen ik me te herinneren)

wat is een half-automaat eigentlijkfeitelijk,
iets dat met olie werkt in plaats van mijn krachtige linkervoet?
gebruikt men dat vandaag ook nog of is het nu allemaal helemaal-automaat of gewoon nix-automaat

De semi-automaat van de DS is 'achter de schermen' een conventionele transmissie. Je moet wel zelf de versnellingen kiezen, da's niet meer dan het hendeltje achter het stuur in de juiste stand tikken (je hoeft niet eens je hand van het stuur te halen). Het feitelijke schakelen en koppelen gebeurt dan via de hydrauliek. Het is altijd een vierbak.

Het blijft natuurlijk het beste werken als het hydraulisch systeem van de DS in orde is, want daar hangt het natuurlijk mee samen, net als de remmen en de stuurbekrachtiging.

Filmpje van een DS met zo'n bak HIER (https://www.youtube.com/watch?v=juu1uXPz6mw).

Alles over de semi-automaat in de DS: HIER (http://www.citroenet.org.uk/miscellaneous/hydraulics/ds-gearchange.html).

Dit soort 'zelfschakelende handbakken' bestonden toen ook al en bestaan nog steeds, vaak ook in een combi van elektronisch overgebrachte commando's en hydrauliek voor de aansturing. Voordeel ten opzichte van een klassieke automaat is de eenvoudigere opzet (zoals gezegd vaak met een gewone bak als basis) en een kleiner verlies aan vermogen in de aandrijving. Zo'n Amerikaanse drietraps slushbox, later ook geleverd in de DS, verliest toch vrij veel vermogen in al die olie die erin rondgepompt moet worden. Niet zo erg in een auto met een V8 met minimaal vijf liter inhoud maar in Europese autootjes van de tijd wel degelijk. Ook een van de redenen voor DAF om de variomatic te ontwikkelen.

Als ik een DS had, zocht ik er zeker eentje met zo'n 'boîte hydraulique'. Ik rijd al het grootste deel van mijn automobiele leven in een automaat, nooit meer anders.